Zorgpad inhalatiemedicatie

Meten is weten

Een zorgpad opstellen, implementeren en bestendigen gaat met vallen en opstaan. Om onderlinge afspraken te maken, is het noodzakelijk (en enthousiasmerend) om vorderingen te meten. Alhoewel dit in veel gevallen niet makkelijk is, is het wel aan te raden om dit op gepaste tijden te doen. Hier staan handreikingen die een regio helpen bij deze taak.

  • Nagaan of het zorgpad in de praktijk daadwerkelijk wordt uitgevoerd en vroegtijdig bijsturen.
  • Stimuleren van zorgverleners: spiegelinformatie ontvangen over het eigen handelen stimuleert om ‘gewoonten’ te doorbreken en het zorgpad verder in te bedden in de dagelijkse praktijk.

Bedenk vooraf goed wat je met een meting wil bereiken. Te veel meten werkt vaak averechts. Geen metingen uitvoeren is ook geen goede keuze; mensen worden niet getriggerd om extra hun best te doen, aangezien ze geen resultaat zien of merken. Daarnaast wordt het zeer lastig om eventuele aanpassingen te maken, aangezien je niet weet waar de problemen zitten. Onderstaande tips geven inzicht hoe je zonder wetenschappelijke studie toch de voortgang van de implementatie kan meten:

Implementatieronden
Vorderingen meet je in implementatieronden. Bespreek met elkaar waar je aan wil gaan werken, hoe de werkafspraken er precies uit gaan zien, en welke acties/knelpunten door wie worden opgepakt. Bespreek ook hoe je de vorderingen gaat bijhouden. Meet vervolgens de vorderingen en evalueer deze in een gezamenlijke vervolg werksessie (plan-do-check-act). Met de drie-borden methode geef je structuur aan deze implementatie en evaluatie werksessies.

Nulmeting
Cruciaal onderdeel is inzicht krijgen in de huidige situatie. Ofwel inzicht krijgen welke zorg er op dit moment gegeven wordt, wat gaat juist goed en wat kan beter. Ga na hoe de samenwerking op dit moment volgens de verschillende professionals/patiënt verloopt, welke intrinsieke en extrinsieke motivaties er zijn, welke knelpunten en belangen er bij de verschillende partijen spelen. In onderstaande overzicht worden verschillende meetinstrumenten aangestipt.

Tussenevaluaties 
Dezelfde meetinstrumenten (met eventueel kleine aanpassingen) kunnen gebruikt worden bij de tussenevaluaties. Is alles te veel? Filter dan op de onderdelen die je in de betreffende implementatieronde wil aanpakken en/of welke in de volgende ronde centraal zal komen te staan.

Meetinstrumenten

–     Patiëntenvragenlijst:

  • Doel: 1) Een indicatie krijgen welke inhoudelijke stappen van het zorgpad (stap 1 t/m 6) zijn uitgevoerd en ook zo worden ‘ervaren’ door de patiënt. 2) Patiënttevredenheid. 3) het meten van de therapietrouw en daarmee een indicatie krijgen waar je met die persoon extra aandacht aan kan besteden.
  • Tips bij uitvoering: In de LAN-studie zijn twee verschillende vragenlijsten gebruikt. Één vragenlijst brengt in kaart welke handelingen zijn uitgevoerd van diagnose tot 2e De andere vragenlijst richt zich op patiënten die al langer dezelfde inhalatiemedicatie gebruiken (follow up, stap 6). Beide vragenlijsten worden uitgedeeld in de apotheek. Zorg dat circa 10 patiënten beide vragenlijsten hebben ingevuld. Dit hoeven niet dezelfde patiënten te zijn. Een andere optie is om enkele patiënten te interviewen waarbij je de patiëntvragenlijsten als basis/checklist gebruikt.
  • Pro’s en con’s: De vragenlijst geeft aan wat een patiënt zich herinnert. Dit hoeft uiteraard niet de realiteit te zijn. Zo kan een huisarts hebben aangegeven dat de apotheek een belangrijk instructiegesprek geeft (priming), maar bleek dit onvoldoende indruk te maken bij de patiënt. Mogelijk toch een goed signaal om nog eens goed naar deze stap van het zorgpad te kijken?
  • Documenten: Vragenlijst nieuwe patiënt , Vragenlijst follow up patiënten , codelijst behorende bij patiëntvragenlijst.

–     Interviews betrokken zorgverleners:

  • Doel: inzicht in de huidige situatie, knelpunten achterhalen, vorderingen meten uit het gezichtsveld van de betrokkenen, betrokkenheid zorgverleners achterhalen
  • Tips bij uitvoering: Interview de projectleider en een afgevaardigde van alle betrokken zorgdisciplines (apotheek, ziekenhuis, huisartsteam). Interview in elke implementatieronde andere personen, zodat je steeds andere inzichten krijgt. Varieer ook in professie.
  • Pro’s en con’s: In het begin van een pilot ben je geneigd om enkel mensen te spreken die nauw betrokken zijn bij de implementatie. Door steeds andere personen te interviewen krijg je een indicatie of het zorgpad echt in de dagelijkse praktijk wordt ingevoerd. Ook zorgt dit voor nieuwe inzichten en knelpunten voor een volgende implementatieronde. Daarnaast zorgt zo’n interview voor betrokkenheid.
  • Documenten: Interviewvragenlijst zorgprofessionals Zorgpad Inhalatiemedicatie.

–    Proces en uitkomstindicatoren:

  • Doel: Proces en uitkomstindicatoren hebben beiden een ander doel. Uitkomstindicatoren geven op een objectieve manier weer of de zorg aan de patiënt verbetert. Een procesindicator is een objectieve maat of bepaalde interventies daadwerkelijk zijn uitgevoerd.
  • Tips bij uitvoering: Haal de gegevens zoveel mogelijk uit bestaande datasystemen. Helaas is dit niet altijd mogelijk. Bekijk daarom of er eventueel in systemen iets kan worden ingebouwd. Wees per ronde zeer kritisch welke extra gegevens bijgehouden moeten worden en wees hierin terughoudend.
  • Pro’s en con’s: Cijfers geven als enige een objectieve maat van de vorderingen en blijken een goede basis voor een open discussie. Anonimiseer eventueel spiegelinformatie bij feedbackbijeenkomsten (bv op FTO-niveau), maar koppel ook terug op individueel niveau om zorgverleners/teams te prikkelen om beter te presteren. Zorg eveneens voor een goede interpretatie van de cijfers. De data geven een inzicht in de vorderingen en prestaties van de gehele regio. Niet enkel van de partij waaruit de data afkomstig zijn! Causale verbanden kunnen mogelijk beter inzichtelijk gemaakt worden uit andere meetinstrumenten.
  • Meet hiervoor het OCS en SABA gebruik op apotheekniveau. Let wel: deze data geven inzicht in de vorderingen en prestaties van de gehele regio. Niet enkel van de partij die de data heeft aangeleverd en/of wie de behandelaar is!
  • Ook het aantal opnamen voor longaanvallen kan een goede indicatie zijn van goede zorg.

 

Onderstaande introductie geeft uitleg welk inzicht OCS- en SABA data geven en hoe je deze op een objectieve manier kunt interpreteren. Daarnaast zijn handleidingen gegeven hoe afzonderlijke  apotheken deze gegevens in circa 15 tot 20 minuten uit de eigen apotheeksystemen kunnen halen.

Rapportage KISS Matrix Astma/ COPD

Voor SFK deelnemers heeft KNMP in samenwerking met SFK een set van indicatoren Astma/COPD  opgesteld, die in een KISS-Matrix inzicht geven in de data uit de eigen apotheek.

De 12 indicatoren zijn:

  1. Therapiestart astma met ICS bij SABA
  2. Start met poederinhalator i.p.v. dosisaerosol
  3. Geen overgebruik luchtwegverwijders bij astma
  4. Voldoende therapietrouw astmapatiënten met ICS
  5. Geen overdosering ICS bij kinderen
  6. Geen overbodig ICS gebruik bij COPD
  7. LABA met ICS bij astma
  8. Geen stootkuren bij inhalatiemedicatie
  9. Geen antimycotica bij inhalatiecorticosteroïden
  10. Beschikbaarheid nieuwe voorzetkamers
  11. Geen gebruik verschillende inhalatortypes naast elkaar
  12. Omzetten gebruikers dosisaerosol naar poederinhalator

Voor meer informatie, zie www.SFK.nl onder rapportages/patiëntenzorg/KISS Matrix/Astma COPD.

Bron: https://www.sfk.nl/publicaties/PW/2022/indicatoren-inhalatiemedicatie-in-kiss-matrix

Denk aan:

  • SFK (o.a. gebruik formularium, eventueel te koppelen op behandelaarsniveau. Toestemming van betreffende participanten is nodig).
  • Ineen rapport transparante ketenzorg (o.a. aantal astma/COPD patiënten, % in ketenzorg, % controle op inhalatie instructie, roken geregistreerd, longaanvallen COPD. Zie de invulformats benchmark indicatoren hoe gemeten).
  • Zorgdomein (o.a. verwijzing diagnoses)
  • HIS/KIS/ZIS/AIS

Procesindicatoren geven objectief weer of er veranderingen in gang gezet worden en de vooraf opgestelde doelen worden behaald. Voor elke inhoudelijke stap kan je een afzonderlijke indicator maken. Procesindicatoren kunnen hierdoor goed dienen als meetwaarde binnen de drie-borden-methode (bord 1). Meet er niet te veel, omdat dit veel tijd en vaak extra administratie met zich mee brengt. Geadviseerd wordt om enkel die procesindicatoren bij te houden, waar je als regio op dat moment (in die bepaalde implementatieronde) extra aandacht aan schenkt.

Enkele voorbeelden van eventuele procesindicatoren:

Stap Zorgpad Eventuele procesindicator
Stap 1 % doorverwijzingen /contact met 2e lijn via Zorgdomein
Stap 1 % uitgevoerde longfuncties bij nieuwe patiënten
Stap 2 t/m 4 % patiënten met nieuwe inhalatiemedicatie die binnen …(4?) weken naast de behandelend arts ook een gesprek hebben gehad met longverpleegkundige of praktijkondersteuner
Stap 2 t/m 4 % patiënten die bij 1e uitgifte aangeven dat zij door voorschrijver gewaarschuwd zijn dat zij bij de apotheek een belangrijk instructiegesprek krijgen (priming, zie de patiëntvragenlijst)
Stap 2 t/m 4 % ingeplande herhaalinstructie bij POH/longverpleegkundige na …. Maanden (priming vervolgacties)
Stap 3 % patiënten met medicijn uit longformularium (evt in relatie tot andere praktijk/arts)
Stap 5 % 1e uitgifte in de spreekkamer

 

Stap 5 % ingeplande herhaalinstructie apotheek bij 1e uitgifte (priming naar 2e uitgifte)

 

Stap 6, korte termijn % 2e uitgifte-gesprek

 

Stap 6, korte termijn % 2e uitgifte uit medicijnkluis/afhaalautomaat
Stap 6, jaar 1 % patiënten met minimaal …. (regiodoel) instructie-gesprekken in jaar 1? (Stap 6 jaar1)
Stap 6, lange termijn % bestaande patiënten (>1 jaar) met een instructiegesprek in a) huisarts b) apotheek c) ziekenhuis d) gezamenlijk.

 

Kennisniveau % geschoold apotheekpersoneel die in de afgelopen … jaar CME-scholing hebben gevolgd
Kennisniveau % geschoold apotheek/huisarts/longafdeling personeel die in de afgelopen … jaar IMIS-scholing hebben gevolgd
Algemeen beeld vorderingen
Patiënttevredenheid PREM of vraag binnen patiëntvragenlijst
Mate van therapietrouw TAI (eveneens verwerkt in patiëntvragenlijst )
Zorgverleners (Werktevredenheid en samenwerking) Interviewvragenlijst betrokken zorgverleners

 

  • Voorbeelden regio Brabant

Aandachtspunten:

  • Organiseer een jaarlijkse feedbackbijeenkomst, waarbij alle partijen en zorgprofessionals zijn uitgenodigd
  • Zorg voor meerwaarde voor iedere partij en professional
  • Evalueer vaker in kleiner comité (projectteam), bijvoorbeeld om de 3 maanden
  • Zorg voor aansprekende sprekers en/of rolmodellen uit de eigen regio
  • Voor niemand moet het een verrassing zijn dat er data terug gerapporteerd worden. Bepaal vooraf of deze data op naam, op praktijkniveau of anoniem worden gedeeld. Als een arts/team slecht(er) scoort is het aan te raden om deze vooraf te informeren. Indien je kiest voor anonieme terugkoppeling, geef dan wel inzicht in het eigen presteren via andere wegen.
  • Maak tijdens de bijeenkomst duidelijk dat de getoonde indicatoren een inzicht geven in de vorderingen en prestaties van de gehele regio. Niet enkel van de partij waaruit de data afkomstig zijn of de desbetreffende zorgverlener.